Wijn is in wezen niets anders dan vergist sap van versgeoogste druiven – en dat is ook de wettelijke definitie ervan – maar is in de praktijk toch wel iets gecompliceerder. Eigenschappen als type, kleur, stijl en smaak zijn afhankelijk van factoren als terroir (de optelsom van natuurlijke factoren als bodem, klimaat en ligging), teeltwijze, opbrengst, manier van wijnmaken en commerciële overwegingen, die allemaal samen leiden tot een eindeloze variatie. Mede daarom is er geen enkele andere drank die zo tot de verbeelding van gebruikers spreekt als wijn. De wereldwijde wijnproductie bedraagt jaarlijks ongeveer 275 miljoen hectoliter. Ongeveer de helft daarvan komt uit de drie grootste Europese wijnlanden: Italië, Frankrijk en Spanje.
Franse rode wijn met de pittige geur van verse rode kersen en een lichte kruidigheid. De smaak is elegant en verfijnd. Jong gedronken lekker bij gevogelte of rundvlees; na enkele jaren rijping heerlijk bij fazant of parelhoen.
Frisse mousserende witte wijn uit Italië, met florale en fruitige geurnuances. De pittige mousse zorgt voor een frisse en evenwichtige afdronk. Prima aperitief, maar ook heerlijk op een zomers terras met kleine amuses.